Op reis vind ik het een must om de lokale keuken te proeven en vandaag is het weer zo ver. Ik ben in Zuid-Tirol en voor mijn neus staat knödel, een typisch Oostenrijks gerecht dat perfect past bij het restaurant waar ik op dat moment mijn lunch verorber: warm, kneuterig, veel hout, een tikkeltje oubollig maar wel reuze gezellig. Een plek waar de door oma gebreide kersttrui niet zou misstaan. Op de achtergrond hoor ik Duits geroezemoes van locals die net zo van hun maaltje genieten als ik. In mijn hoofd klinkt voor de honderdste keer ‘Anton Aus Tirol’. Zodra ik met een volle maag het restaurant verlaat verwacht ik een besneeuwd alpenland in te stappen. Maar dan: Bam. Reality check. Ik plaats van een wit sprookjeslandschap stap ik de bloedhete zon tegemoet. Stijlvolle Italiaanse dames in zwierige jurkjes flaneren door de kleurrijke straten van de stad Bolzano. Op het terras wordt hugo en aperol spritz geserveerd.
Ik ben niet in Oostenrijk, ik ben in Italië. Maar eigenlijk ben ik gewoon in allebei.
Zomer in Zuid-Tirol
Zuid-Tirol is een regio in het noorden van Italië, tegen de Oostenrijkse grens. Bijna 70% van de bevolking spreekt hier Duits en hoewel de Italiaanse sfeer overduidelijk te proeven is, kan je absoluut niet om de Oostenrijkse invloeden heen. Is Zuid-Tirol Schizofreen? Stiekem wel. Deze plek heeft overduidelijk twee persoonlijkheden. Identiteitscrisis? Zeker niet. Zuid-Tirol weet heel goed wie ze is en waar haar kracht ligt. Haar natuur bijvoorbeeld, die in onovertroffen. Ik besef me hier maar al te goed dat ik een natuurmens ben. Ik wandel de benen onder mijn lijf vandaan met als beloning overweldigende bergtoppen, dromerige vergezichten, grazende Milka-koeien, watervallen, appelgaarden en vers geperste frambozensap. Zo nu en dan sta ik bewust even stil om een flinke teug frisse berglucht in te ademen en besef ik maar al te goed dat ik in mijn handen mag wrijven dat ik hier mag zijn. Als klap op de vuurpijl verorber ik ook nog eens het meest bijzondere ontbijt ooit bij een alpenhut met een uitzicht zo mooi dat het bijna nep lijkt. Ik ben een gelukkig mens.
Italië met een flinke dosis Oostenrijk
Hoewel de natuur meer naar Oostenrijk neigt, vind ik de culinaire verfijndheid juist typisch Italiaans. Naast knödel, schüttelbrod en apfelstrudel vind je hier overheerlijke wijnen, pizza’s en risotto. Nergens in Italië zijn er relatief gezien zoveel Michelin-sterrestaurants als hier. Op zijn Italiaans genieten doe je steden als Bolzano en Merano. La Dolce Vita. Terwijl je hier op je sandaaltjes door de kleurige straten flaneert zou je bijna vergeten dat je een paar uur eerder nog met je wandelschoenen door de alpen huppelde. Het feit dat Zuid-Tirol per jaar maar liefst 300 dagen zon heeft, doet hier nog een schepje bovenop.
‘Knus’ en ‘puur natuur’ wordt feilloos afgewisseld met ‘sjiek’ en ‘puur genieten’. Het beste van Oostenrijk en Italië samengesmolten in één te gekke regio. Wat mij betreft een match made in heaven. Of jullie dat ook vinden? Na het zien van deze plaatjes zeker.
Ik bezocht het prachtige Zuid-Tirol op uitnodiging van het verkeersbureau van Süd Tirol.
Blog Comments
Stéphanie | Expeditie Aardbol
3 november 2015 at 10:36
Mooie regio! Ik was laatst voor het eerst in Oostenrijk, maar mijn knödel zag er lang niet zo lekker uit als die op deze plaatjes. Leuk om te zien hoe je hier het beste van twee werelden (of eigenlijk: landen) hebt.
Dionne
3 november 2015 at 12:04
Ik vind het altijd heel fijn om daar te zijn!
Natasja - Watzijzegt
3 november 2015 at 15:00
Ik ben dus helemaal geen wintersport liefhebber maar de bergen lijken me fantastisch en lekker eten is altijd goed. Klinkt als een goede bestemming voor mij dus :)